COVID 19

FYSIOTHERAPIE

Wij zijn als fysiotherapie praktijk bezig een trainingsprogramma op te zetten voor mensen die met Covid-19 in aanraking zijn geweest, en als gevolg hiervan fors minder belastbaar zijn geworden.

Aan de hand van een intake waarin we samen bepalen tegen welke problemen u aanloopt. Vervolgens doen we een starttest om te kijken hoe de conditie is . Daarna starten we een op maat gemaakt belastbaarheidsverhogend trainings programma, om na 6 weken wederom te testen en te adviseren  voor het verdere verloop van de revalidatie/ training.

AANBEVELINGEN | COVID 19

Hieronder een samenevatting van de aanbevelingen die het KNGF geeft tav behandelen van patienten die covid hebben door gemaakt.

  1. Er is nog veel onduidelijkheid over de besmettelijkheid na COVID-19 en hiermee de veiligheid voor fysiotherapeut en patiënt.
  2. Fysiotherapeutische zorg dient in de eerste zes weken na ziekenhuisontslag of na thuis doorgemaakte COVID-19 zoveel mogelijk op afstand geleverd te worden. Wanneer dit echt niet mogelijk is, dient de fysiotherapeut in overleg te treden met de verwijzend (huis)arts.
  3. Patiënten met een hulpvraag gerelateerd aan beperking in fysiek functioneren hebben een indicatie voor fysiotherapie.

Eerste zes weken na ziekenhuisontslag of thuis doorgemaakte COVID-19:

  1.  Neem in de eerste twee weken telefonisch contact op met de patiënt om na te gaan of er beperkingen worden ervaren in het dagelijks bewegend functioneren en of er een indicatie is voor fysiotherapie.
  2. Adviseer en coach de patiënt bij het geleidelijk hervatten van activiteiten in het dagelijks leven en het bewegend functioneren. Draag hierbij zorg voor de monitoring van het dagelijks functioneren.
  3. Maak zoveel mogelijk gebruik van e-health voor het geven van instructies, coaching en begeleiding tijdens het uitvoeren van oefeningen.
  4. Patiënten die opgenomen zijn geweest op de IC, en symptomen vertonen van PICS, zijn extra laag belastbaar. Activiteiten in het dagelijks leven en aanvullende oefentherapie dient op lage tot matige intensiteit uitgevoerd te worden, met korte duur van de inspanning.
  5. Gebruik klinimetrie bestaande uit de PSK, zuurstofsaturatie- en hartfrequentiemeting en de Borgschaal voor kortademigheid en vermoeidheid.
  6. Laat patiënten enkel fysieke oefeningen uitvoeren in de thuissituatie waarbij patiënten gedoseerd belasten. Focus hierbij op het bewegend functioneren in het dagelijks leven. Een score van 4 op de Borgschaal voor kortademigheid en vermoeidheid is hierbij het maximum.

Na zes weken:

  1. Bepaal op basis van de hulpvraag van de patiënt en het feitelijk fysieke functioneren eventuele verdere behandeldoelen.
  2. Stel eventuele doelen voor verdere opbouw van fysieke activiteit en/of fysieke capaciteit van de patiënt op basis van de inspanningstest en/of meting van de fysieke activiteit.
  3. Gebruik klinimetrie bestaande uit de PSK, de ‘Short Physical Performance Battery’ (SPPB), een hand-held dynamometer, een 6-Minuten wandeltest (6MWT) en een stappenteller/accelerometer om het bewegend functioneren te inventariseren en evalueren. Monitor in rust, bij fysieke inspanning en direct na afloop de zuurstofsaturatie en hartfrequentie, en gebruik de Borgschaal voor kortademigheid en vermoeidheid.
  4. Zorg voor rustige, gegradeerde opbouw van trainingsintensiteit en frequentie op basis van de hulpvraag en behandeldoelen, en mogelijkheden van de patiënt.
  5. Tijdens inspanning geldt een score van 4 tot 6 op de Borgschaal voor kortademigheid en vermoeidheid en/of een intensiteit van 60-80% van de maximale fietsbelasting, gemiddelde score op de 6MWT en/of het 1 RM.